Glucose monohydraat is een wit kristallijn poeder. Het is een natuurlijke suiker die veel wordt gebruikt in de voedingsindustrie. Het kan worden geproduceerd door de hydrolyse van maïszetmeel.
Het glucosemolecuul kan de vorm van een ring of een open keten hebben. In de vorm met open keten heeft het een onvertakte ruggengraat van zes koolstofatomen. Het molecuul in deze vorm is echter verantwoordelijk voor slechts 0,25% van het totale aantal glucosemoleculen in een waterige oplossing.
Glucose is voor veel organismen een gemeenschappelijke energiebron. Het wordt in de lever en spieren opgeslagen als glycogeen. Het wordt door het hele dierlichaam getransporteerd via bloed en lymfe. Een deel van de glucose wordt ook opgenomen door het darmkanaal. Wanneer de glycogeenvoorraden van het lichaam laag zijn, kan de lever de glucose omzetten in melkzuur.
Glucose is de meest voorkomende vorm van aldohexose die in levende organismen wordt aangetroffen. Deze stof wordt gebruikt als startpunt voor verschillende belangrijke metabolische routes. Glucose dient ook als voorloper van de productie van verschillende stoffen.
De hydroxylgroep op de C-5-positie vormt een hemiacetaalbinding met een overeenkomstige aldehydegroep op de C-1-positie. Beide groepen worden in een equatoriale positie geplaatst.
Een molecuul in de cyclische vorm van glucose is stabieler dan de vorm met open keten. De glycatiesnelheid is daarom lager. Als gevolg hiervan heeft glucose minder de neiging om te reageren met aminegroepen in eiwitten.
Glucose is de belangrijkste energiebron voor het menselijk lichaam. Veel mensen hebben een kleine hoeveelheid suiker in hun bloedbaan.